Steeds opnieuw stap ik de drempel over met nieuwsgierigheid, een open blik en dito hart. De verdienste van de secularisatie: rond de tafel kleuren we het afscheid in als een uniek mozaïek.
“Het is helemaal gegaan zoals ze het zelf wilde. Ze heeft tot op het laatst de touwtjes in handen gehad.” Er klinkt iets triomfantelijks door in haar stem.
Mevrouw blijkt niet alleen haar eigen dood maar ook haar uitvaart goed te hebben voorbereid. Een CD met vijf liedjes ligt al een jaar te wachten op het moment suprême. “Dus na de Trein naar Niemandsland drinken we koffie met een kersenbonbon. Daar hield ze van. En op het gedachtenisprentje komt het gedichtje dat ze zelf heeft uitgekozen, met deze foto. Daar ziet ze er nog goed uit, vond ze.” De wens van moeder is Heilig. Als ik opper dat ze misschien ook zelf een tekst of een lied willen uitkiezen, iets wat hén troost biedt of door de komende tijd heen gaat loodsen, zie ik de zussen twijfelen. “Ik vind Hallelujah van Lisa Loïs zo mooi, maar dat is Engels en dat kon ze niet. Ze luisterde alleen Nederlandstalig.”
Het idee dat het afscheid van een naaste vooral moet voldoen aan de wensen van de overledene, wanneer heeft dat postgevat? Maakbaar leven, maakbare dood, maakbaar afscheid? ‘Uw persoonlijke uitvaartwensen’: je wordt ermee doodgegooid. Op internet is er een keur aan wensenboekjes te vinden waarin je je eigen uitvaart alvast kunt ensceneren. Onder het mom van ontzorgen – ‘Je helpt je nabestaanden in deze emotionele periode door vast te leggen hoe je je uitvaart voor je ziet’ – worden we gestimuleerd om vooral over de dood heen te regeren. Want dan krijg je tenminste een uitvaart die ‘bij de overledene past’.
Hoezó?? Is het niet aan familie, geliefden en vrienden toevertrouwd om een afscheid vorm te geven dat bij de overledene past? Me dunkt! En is de overledene de enige bij wie de uitvaart moet passen? Bij een goed afscheid wordt de overledene herkend en gekend. Door wie? Aha, door degenen met wie hij of zij verbonden was bij leven. Verbinding, daar draait het om. In de verleden én de toekomende tijd. Dan wordt het een ervaring van blijvende betekenis voor de levenden.
Er moet veel geregeld worden in zo’n week. Er moeten keuzes gemaakt worden, met alle risico’s van dien. Als je onenigheid binnen de familie voorziet, kan het best handig zijn om een paar dingen op papier te zetten. Begraven of cremeren? Dat valt gevoelsmatig nog onder het zelfbeschikkingsrecht en jouw wens bespaart je nabestaanden mogelijk een hoop gedoe. En als je nog graag iets meegeeft, zet die geliefde tekst of dat speciale lied dan vooral op je wensenlijstje. Een regel voor boven je rouwadvertentie, woorden die jou hebben geraakt, inspiratie voor de achterblijvers? Doen!
Maar timmer je afscheid in godsnaam niet dicht. Laat ruimte voor de levenden. Het is een moment voor expressie van liefde, van dankbaarheid, van geloof. Maar ook van teleurstelling, boosheid, verdriet. Het proces om te komen tot gezamenlijk gedragen keuzes is intensief en zelden zonder hobbels. Het vergt tijd en energie. Maar moeten we hierin ontzorgen? Meestal draagt de zoektocht naar woorden, beelden en muziek bij aan verbinding en onderling begrip. Als je je realiseert dat een uitvaart een overgangsritueel is voor de achterblijvers, tussen leven met jou en leven zonder jou, dan verleg je vanzelf je perspectief. Geef ze de kans om zelf hun koffers in te pakken voor het vervolg van de reis. Jouw uitvaart is geen eindstation maar een nieuw vertrekpunt.
Dus zo’n laatste wensenboekje? Moge het je vooral aanzetten tot nadenken en tot gesprek met je naasten over je sterfelijkheid. Over je leven en wat je hoopt na te laten. Maar laat je niet bombarderen tot regisseur van je eigen afscheidsvoorstelling. Ontzorgen? Ontnémen!